rotterdamse vrijeschool voor voortgezet onderwijs
vwo, havo, vmbo-tl

Meetkunde maakt
het oneindige
grijpbaar

klas 11

Er ontstaat een nieuwe verhouding tussen ‘mijn wereld’ en ‘de wereld’. Leerlingen gaan standpunten innemen, die soms heftig worden verdedigd en ook snel weer kunnen worden losgelaten. Karakteristiek is het wegen van eigen en andermans opvattingen, normen en waarden. Daardoor wordt het eigen oordeelsvermogen geoefend en verder ontwikkeld. Het zelfbewustzijn groeit en er ontstaat gevoel voor de eigen biografie. De innerlijke motivatie wordt sterker en idealen worden zichtbaar. Het ervaren van eigen beperkingen waarmee je moet leren omgaan, kan aanvankelijk gevoelens van onmacht geven. Het gegroeide oordeelsvermogen maakt inzicht en keuzes mogelijk.

Periode Milieu en Ontwikkelingsproblematiek

In de periode Ontwikkelingsproblematiek staan twee thema’s centraal. In de eerste helft van de periode staat ontwikkelingssamenwerking centraal. De leerlingen vormen zich een beeld van het begrip ‘ontwikkelingsland’ en de problematiek die zich in deze landen voordoet. Daarnaast wordt de aandacht gevestigd op het consumptiepatroon van de Westerse wereld ten opzichte van de Derde Wereld, en staat de vraag centraal wat de Westerse landen kunnen doen om de situatie in de Derde Wereld te verbeteren. In het tweede deel van de periode staat milieuproblematiek centraal. Aandacht wordt besteed aan de vraag welke gevolgen ons consumptiepatroon heeft op het milieu, en hoe de vergrote CO2 uitstoot onze directe omgeving beïnvloedt.

Periode Natuurkunde: astrofysica

In deze periode nemen de leerlingen de bewegingen van sterren en planeten waar. Aan de hand van een ruimtelijke voorstelling, een beeld hoe het heelal ruimtelijk is opgebouwd, wordt gezocht naar de verklaring waarom die bewegingen zo verlopen. De oude opvatting met de aarde als middelpunt wordt vergeleken met het moderne standpunt met de zon in het centrum. Ook spirituele opvattingen over de kosmos worden besproken. De leerling bepaalt hierin zelf zijn standpunt. Als afsluiting van de periode maakt en presenteert elke leerling een poster over een onderwerp uit de moderne astronomie of astrologie.

Periode Nederlands 1: moderne letterkunde

In deze periode wordt de moderne letterkunde behandeld. Door deze lessen krijgen de leerlingen een beeld van de literaire ontwikkelingen na 1900. Daarnaast lezen de leerlingen verschillende verhalen om aan de hand van deze voorbeelden met verhaalanalyse te oefenen. Individueel wordt een presentatie gehouden over een moderne schrijver. Van deze schrijver wordt ook een boek gelezen. In klas 11 worden vijf boeken gelezen voor het leesdossier.

Periode Nederlands 2: Parcivalverhaal

Aan de hand van dit verhaal gaan de leerlingen op een autobiografische ontdekkingsreis en werken zij aan morele oordeelsvorming. De rijkdom aan beelden in het Parcivalepos biedt veel aanknopingspunten om eigen ontwikkelingsvragen te verkennen. Thema’s die aan de orde komen zijn: liefde en trouw, het mannelijke en vrouwelijke aspect, afkomst en levensbestemming en omgaan met het lot.

Periode Wiskunde: projectieve meetkunde

Met deze meetkunde komen de vlakke- en ruimtemeetkunde uit klas 8, 9 en 10 in breder perspectief te staan. De geschiedenis van de meetkunde wordt besproken, evenals uitgangspunten en axiomatiek. De benadering is puur meetkundig en kwalitatief. Belangrijk zijn transformaties van vormen met behoud van de essentie. Projectieve meetkunde biedt een perspectief in het ruimtelijke tot het begrip oneindigheid toe. Het oneindige wordt ‘bijna’ grijpbaar.

Profielwerkstuk havo/vwo

In klas 11 maken de leerlingen hun profielwerkstuk – een belangrijk examenonderdeel. Daarmee laten de leerlingen zien dat ze zelfstandig en methodisch een onderwerp kunnen onderzoeken en daarover een helder verslag kunnen schrijven. De leerlingen kunnen kiezen uit door de leerkracht aangeboden onderwerpen of een eigen onderwerp inbrengen. In oktober worden twee weken geheel vrij geroosterd om onderzoek te doen en het werkstuk te schrijven. Kort daarna presenteren de 11e-klassers hun profielwerkstuk aan klasgenoten, ouders en belangstellenden. Gedurende het hele proces begeleiden leerkrachten de leerlingen individueel bij het voorbereidend werk, het onderzoek, het schrijven en het presenteren van het werkstuk. Zij stimuleren leerlingen om buiten school informatie te verzamelen of onderzoek te doen.

Vaklessen Tekenen en Schilderen

Bij tekenen werken de leerlingen een stoel of tafel op drie verschillende manieren uit. De leerling moet binnen een beperkt gegeven een bevredigend beeld realiseren. De leerlingen leren denken in formeel abstracte termen. Bij schilderen maken zij een non-figuratief schilderij op doek.

Vaklessen Toneel

De leerlingen werken aan een solopresentatie, gebaseerd op de verhalen uit de Griekse oudheid. De techniek van de verteller komt aan de orde. Op welke manieren kun je een verhaal tot leven wekken? De leerlingen maken kennis met wat er organisatorisch nodig is om een voorstelling op de planken te brengen. De toneelgroep organiseert de Vondelrevue en is verantwoordelijk voor de audities, productie, techniek, presentatie, communicatie en promotie. Ze regelen alles zelf met het buitenschoolse theater. Aan het einde van dit schooljaar brengt de toneelgroep een bestaande klassieker over het voetlicht.

Vaklessen Muziek

De lessen gaan dieper in op het toepassen van de theorie in de uit te voeren stukken en het analyseren van muziek. Akkoorden (onder andere jazzakkoorden) en toonladders (kerktoonladders en bluestoonladders) worden behandeld. Daarnaast passeert de wereldwijde muziekgeschiedenis de revue, zoals: Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse, Oosterse en Westerse muziekgeschiedenis. De leerlingen componeren eigen stukken en steken bestaande stukken in een ander jasje. Zij werken toe naar een uitvoering